HISTORIEK

Op weg langs de Via Francigena: een eeuwenoude reis van ziel en landschap

Een weg geboren uit een verslag

Stel je voor: het is het jaar 990. Aartsbisschop Sigeric van Canterbury keert terug uit Rome, waar hij van de paus het pallium ontving. Met de nauwkeurigheid van een kroniekschrijver noteert hij in zijn dagboek de 79 rustplaatsen die hem terugvoeren naar Engeland. Onbewust legt hij daarmee de basis voor een van de belangrijkste pelgrimswegen van Europa: de Via Francigena.

Wat begon als een praktische route voor een enkele geestelijke, groeide uit tot een ader van geloof, handel en cultuur, die eeuwenlang de noordelijke volkeren verbond met het hart van het christendom in Rome.

Van Koningen, kooplui en pelgrims

Door de middeleeuwen heen werd de Via Francigena meer dan een pad – het werd een levenslijn.

  • Pelgrims stapten af naar Rome om het graf van Petrus te bezoeken en vergeving te vinden.

  • Handelaars vervoerden zijde, wijn en zout tussen Noord-Europa en Italië.

  • Ridders en koningen gebruikten de weg om Rome te bereiken tijdens kruistochten of kroningen.

Maar evenzeer was de route een beproeving. De Grote Sint-Bernhardpas in Zwitserland, besneeuwd en verraderlijk, eiste moed en volharding. Daarom stichtten monniken er in de 11e eeuw het beroemde Hospice du Grand-Saint-Bernard, waar reizigers warmte, brood en bescherming vonden – en waar de legendarische reddingshonden hun oorsprong hebben.

Met de tijd verloor de Via Francigena haar centrale rol. Nieuwe wegen, veranderende grenzen en de moderne trein trokken de reizigers elders heen. Totdat de route in de 20e eeuw werd herontdekt en opnieuw tot leven gewekt: in 1994 kreeg ze van de Raad van Europa de titel Culturele Route, en vandaag stroomt ze opnieuw vol met wandelaars en fietsers die de oude droom beleven.

De Via Francigena vandaag: een reis van 2.000 kilometer wandelplezier.

Wie de Via Francigena vandaag bewandelt, volgt een levende draad door vier landen:

  • Engeland: een korte maar betekenisvolle start in Canterbury.

  • Frankrijk: glooiende velden, kathedralen, en stille stadjes waar je voelt dat de tijd trager tikt.

  • Zwitserland: bergpassen, meren en abdijen, waar de natuur de pelgrim test en beloont.

  • Italië: een eindeloos lint van cultuur, middeleeuwse stadjes, Toscaanse heuvels en de laatste kilometers door Lazio, tot de koepel van Sint-Pieter in Rome in zicht komt.

Elke stap wordt begeleid door de schildjes met de gele pelgrim, door gastvrije dorpjes die “Credenziali” stempelen, en door de belofte van de Testimonium in Rome – een certificaat dat getuigt van je tocht, net als de Compostela in Santiago.

Hoogtepunten onderweg - een reis als een pelgrimsroman

Het begin – Engeland

Alles start in Canterbury, onder de gotische gewelven van de kathedraal. Hier groet je de tombe van Thomas Becket, en zet je de eerste stappen richting het zuiden.

Door Frankrijk – kathedralen en stilte

In Reims weerkaatst het licht in de gotische glasramen waar eeuwenlang Franse koningen gekroond werden.
In Langres, op een hoog plateau, voel je de beschermende kracht van muren en torens.
En in Besançon stroomt de Doubs door een stad vol Romeins erfgoed, een rustpunt voor wie dagen door akkers en bossen trok.

Zwitserland – water en steen

Aan de oevers van Lac Léman schitteren de wijngaarden van Lavaux, een UNESCO-erfgoed dat de pelgrim verleidt met zon en wijn.
In Saint-Maurice wacht een abdij die al 1.500 jaar onafgebroken pelgrims ontvangt.
En dan de grote klim: de Grote Sint-Bernhardpas, waar wolken, sneeuw en rotsen samen een bijna mythisch landschap scheppen. De oversteek voelt als een rite de passage – de bergen laten alleen de vastberaden door.

Italië – van Alpen tot eeuwige stad

In de Aosta-vallei dalen de pelgrims af langs Romeinse bogen en middeleeuwse kastelen.
Pavia en Fidenza herinneren aan bisschoppen en koningen.
Dan Toscane:

  • San Gimignano, de stad van torens, rijst als een middeleeuwse skyline op tussen de heuvels.

  • Siena verwelkomt je met haar schelpvormige plein, de Campo, en een kathedraal die schittert in zwart-wit marmer.

  • De Val d’Orcia, een poëtisch landschap van cipressen, heuvels en dorpen als parels langs de weg, nodigt uit tot traag pelgrimeren.

In Lazio, de laatste provincie, stap je langs het meer van Bolsena, proef je de wijn van Montefiascone, bewonder je het pauselijke paleis van Viterbo en wandel je door de tufsteenstad Sutri, met zijn amfitheater uit de rots gehouwen.

En tenslotte: de eerste glimp van de koepel van Sint-Pieter. De laatste stappen door de Via della Conciliazione leiden je naar het plein dat al eeuwen pelgrims ontvangt. Daar, in de schaduw van Bernini’s zuilengalerij, ontvang je de Testimonium – het bewijs dat je de oude weg, in hart en voeten, hebt voltooid.

Waarom de Via Francigena vandaag nog betovert

De Via Francigena is méér dan een langeafstandswandeling. Het is een spiegel van Europa’s ziel: kathedralen en kapellen, maar ook tavernes en markten; eindeloze stilte op akkers en bergen, maar ook drukke pleinen vol leven.

De wandelaar (pelgrim) ontdekt dat de reis zelf het doel is:

  • de ontmoetingen met dorpelingen die hun deur openen,

  • de stilte van een veldpad bij zonsopgang,

  • de vreugde van een nieuwe stempel in je credential,

  • de verwondering als Rome eindelijk nadert.

De Via Francigena is een uitnodiging: om te vertragen, om te verbinden met eeuwenoude voetstappen, en om te ervaren dat pelgrimeren niet alleen een weg naar Rome is, maar ook een weg naar binnen.